Een nostalgische toer over de Peloponnesos
Deel 24

01 02 03 04 05 06 07 08 09 10
11 12 13 14 15 16 17 18 19 20
21 22 23 24 25 26        


Over de kustweg van Zaritsa naar het noorden rijdend veranderd het landschap vrij plotseling: van bergachtig komt men in een grote vlakte. Het is een lelijke landbouwstreek met rommelige dorpjes en overal wat onduidelijke fabriekjes en werkplaatsen. De weg splitst zich in de vlakte rechts naar Navplion en links naar Argos.

Navplion is echt een stadje dat de moeite waard is om even te bezoeken, alleen al vanwege de prachtige ligging tegen de Palamidiberg aan. Het is wel een zeer toeristische trekpleister geworden. Vanuit Navplion zijn er thans namelijk gemakkelijk een aantal bezienswaardigheden uit de Oudheid en de Byzantijnse tijd te bereizen en de liefhebbers van strand, zee en vermaak kunnen hun hart ophalen in het praktisch naast Navplion gelegen plaatsje Tolo.

Wij waren in 1963 in Navplion en hebben daar een paar dagen in een sinaasappelboomgaard gestaan met ons tentje. We stonden vlakbij de zee met een mooi uitzicht naar het eilandje Bourdzi in de baai. Dat mooie plekje is nu – we namen er weer een kijkje in 2021 – veranderd in een 'industrieterrein' naast de haven met een pier. Toen wij er in 1963 waren was er helemaal geen haven met een pier en ook geen 'industrieterrein'.


Het toerisme stond destijds nog in de kinderschoenen: er was net een hotel geopend, zeer modern met veel glas en schitterend boven het stadje gelegen. Het was er door een soort hotelketen neergezet. Overal werden in die jaren op de mooiste plekken in de buurt van de bekende opgravingen hotels gebouwd. Dat geschiedde meestal van staatswege om het toerisme te bevorderen. Al die hotels droegen dezelfde naam: Xenia (vreemdeling). Het hotel Xenia in Navplion stond er in 2021 nog, maar maakt nu een bepaald ouderwetse indruk tussen de opgedrongen bebouwing van Navplion.

Vlakbij Navplion ligt de opgraving van Tiryns. De burcht daar is een van de oudste in Griekenland. Het ziet er allemaal erg massief en ontoegankelijk uit, misschien wel omdat het kasteel op een heuveltje ligt, maar zeker ook door de geweldig grote rotsblokken waarmee alles is opgebouwd.







In 1963 zijn we er een keertje ingegaan en zagen de krankzinnig dikke muren en wat gaten of ramen in die muren, maar verder was er eigenlijk niet veel te beleven. Ik had niet het idee dat hier ooit mensen hadden geleefd. Alles was buiten de menselijke maat, echt REUSachtig, Cyclopisch dus.



Het was met die Cyclopische muren net zo imposant als de dichtbij gelegen oeroude stad Mykinai, maar om de een of andere reden heeft de site van Tiryns ons nooit uitgenodigd om er weer een keer op te gaan. We zijn er nog wel een paar keer langsgereden op weg naar Mycene, dat we veel interessanter vonden.

Toen we er in 2021 langskwamen zijn we toch wel even gestopt en ik heb er een paar foto's gemaakt en direct daarna zijn we doorgereden naar Argos.


Argos is al van verre te zien: het ligt aan de voet van een eenzame heuvel in de uitgestrekte vlakte. Het is een zeer levendig stadje, maar helemaal vergeten door de toeristen. Zo kan het gebeuren dat je daar nu, net als vroeger, in je eentje over de geweldig imposante antieke resten van Argos loopt.

Wij kwamen eigenlijk altijd toevallig in Argos. Een keer, in 1965, staat in mijn herinnering gegrift. We hadden 's avonds ons tentje neergepend aan de buitenkant van de stad op de opgraving van het antieke theater. De volgende morgen gingen we al vroeg naar de markt die tegenover de opgraving werd gehouden. De stad sliep nog, want de kraampjes met de kooplieden, meest boeren uit de omgeving, waren er wel, maar er waren nog nauwelijks kopers te zien. Het was voor ons te warm om lang over onze inkopen op de markt te doen. We trokken ons vanwege de warmte snel terug bij ons tentje dat in de schaduw lag aan de voet van de berg.


Bovenop die berg stond een kasteel dat mijn nieuwsgierigheid opwekte en ik ben toen ondanks de hitte midden op de dag hevige zwetend daar naartoe geklommen. Vóór dat kasteel stond een klein klokkentorentje met een grote klok.


Voor de grap luidde ik die een paar keer om Ilse te laten horen dat ik boven was aangekomen. Ik vergat helemaal dat ik naar boven was geklommen om het kasteel te bekijken en ging weer naar beneden. De mensen die ik beneden tegenkwam, verklaarden mij voor gek dat ik die klok geluid had, omdat die alleen maar bij bepaalde gelegenheden, zoals begrafenissen (!) mocht worden gebruikt.

Voor mij was het alleen maar een domme grap. Het gevolg was dat ik dacht dat ik de mensen in Argos had wakker gemaakt, want de markt was aardig gezellig druk geworden. Gevolg was ook dat iedereen op de markt graag op de foto wilde met mij, die gek!




In 2021 waren we weer een keer in Argos. In de stad was rondom het theater van alles veranderd: de markt was er niet meer. Men had het marktplein en een paar straten daaromheen met huizen en al aan het opgraven van de klassieke stad opgeofferd. Er is nu, behalve het al eerder uitgegraven theater, nog veel meer interessants te zien.


Kamperen in het theater kan echt niet meer. Er staan nu overal hekken omheen en men moet betalen om op de opgraving te komen.









Op de opgraving staat niet zo heel veel overeind, maar gelukkig staan er overal bordjes die aangeven wat voor een gebouw er lang geleden gestaan heeft. Die uitleg is beslist wel nodig. Het is namelijk de hedendaagse manier om met opgravingen om te gaan: nauwelijks restauraties of nieuwbouw om de bezoekers te laten zien hoe het er in de Oudheid uitzag, maar alles een beetje laten zoals het was, alleen maar blootleggen. In het verleden zijn vreselijke, onherstelbare fouten gemaakt met het restaureren van tempels en paleizen op opgravingen. De wens was vaak de vader van de gedachte en daardoor geven de gerestaureerde werken dikwijls een verwrongen of zelfs een fout beeld van hoe het er vroeger echt had uitgezien.

En verder in Argos? Het klokkentorentje staat nog steeds hoog boven de opgraving stralend wit voor het kasteel, maar ik moest er niet aan denken dat ik nóg een keer die klimpartij naar boven zou moeten maken.


Het gezellige was er overigens wel van af in Argos. Het is een gewone, doorsnee Griekse stad geworden, zonder kraak of smaak. Veel beton, aardig wat winkels en een schrijnend gebrek aan parkeergelegenheid.


<--Peloponnesos: Deel 23 Peloponnesos: Deel 25-->


© Ben de Graaf Bierbrauwer

Reacties naar benilse@quicknet.nl
https://bgbpix.nl