Tibet - 2000
Deel 1


Inleiding

In 2000 hebben wij een reis door Tibet kunnen maken. Het land was toen al geruime tijd ingenomen door China, maar pas kort opengesteld voor het toerisme. Na 2000 zullen de Chinezen ongetwijfeld nog veel hervormingen en veranderingen in Tibet hebben doorgevoerd. Veranderingen die zeker op het gebied van de wegenbouw, de gezondheidszorg en de huizenbouw ook voor de Tibetanen verbeteringen zijn. Uit berichten in de pers en van reizigers blijkt dat ondertussen toch ook wel het authentieke Tibetaanse langzaamaan verdwijnt.

Tibet is van oudsher een Boeddhistisch land, maar het Boeddhisme heeft met de komst van de Chinezen veel van zijn invloed verloren, zeker in en om het bestuurscentrum Lhasa, waar de helft van de inwoners nu bestaat uit Han Chinezen. De geestelijk leider de Dalai Lama heeft zijn toevlucht moeten zoeken in India en de godsdienst wordt nu gecontroleerd en bestuurd door de Chinese staat.

De Dalai Lama heeft herhaalde malen gezegd dat zoveel mogelijk mensen Tibet moeten bereizen om met eigen ogen te zien hoe Tibet aan het veranderen is en vooral om te zien hoe de Chinezen de Tibetanen in alles discrimineren. Op het platteland vormen de Tibetanen nog steeds verreweg de meerderheid (meer dan 95%), maar de Chinezen hebben ondanks protesten en bloedig onderdrukte opstanden de macht stevig in handen, mede door de legering van 300.000 modern bewapende militairen in het hele land.

Tijdens onze reis hebben we iets kunnen zien van het leven in Tibet. Niet echt veel, want Tibet is enorm groot en in veel gebieden gold toen nog steeds een reisverbod. Ik heb vooral veel van het godsdienstige leven op foto's kunnen vastleggen en natuurlijk ook het fantastische berglandschap van de Himalaya.

Nu vraag ik mij af of alles na 17 jaar nog zo is als wij het hebben beleefd, of dat er door de oneindig veel betere vervoers- en communicatiemiddelen erg veel veranderd is. Zijn mijn foto's na zeventien jaar nu al geschiedenisdocumenten? Mijn fotoserie geeft samen met de teksten in ieder geval wel een beeld hoe het leven er in een klein deel van Tibet in 2000 uitzag.



Klik op de kaart om deze te vergroten.

De eerste indrukken

Bij aankomst op het vliegveld van Lhasa merken we onmiddellijk dat we op behoorlijk grote hoogte zitten. Zelfs het vliegtuigtrapje afdalen doet ons al naar adem snakken. 3690 meter! Op die hoogte komen zelfs Europese bergbeklimmers niet al te vaak.

Het zal even duren voor we aan de hoogte gewend zijn en sommigen van ons reisgezelschap moeten zelfs meteen aan de zuurstof en een wonderdrankje (suikerwater). Het is daardoor direct al duidelijk dat we het kalm aan moeten doen. Het levert ook wel komische momenten op, want bij het uitstappen van het vliegtuig bollen zakjes chips en andere luchtdicht verpakte dingen vervaarlijk op en knallen soms zomaar uitelkaar.

Een busje moet ons van het vliegveld naar ons hotel in Lhasa brengen. De weg langs de oneindig brede Brahmapoetra is nogal smal en niet bepaald goed geasfalteerd. Onderweg komen we langs een aantal karakteristieke dorpjes met witgekalkte huizen met platte daken. En overal, werkelijk overal, gekleurde vlaggetjes, gebedsvlaggetjes.
(Iedere vlag draagt een gebed met zich mee. De gelovigen weten dat hun gebed door middel van de vlag door de wind wordt meegenomen en zo het Opperwezen kan bereiken.)



De onmetelijk brede, snelstromende Brahmapoetra.

Na twee uur hobbelen komen we in Lhasa aan. Ons hotel ligt in het centrum van de oude wijk van Lhasa op het Barkhorplein recht tegenover de grote tempel van Jokhang en met uitzicht op het Potalapaleis. Beter kan het bijna niet, want hier gebeurt werkelijk ALLES!

Als we op de bovenste verdieping van ons hotel een kopje thee drinken zien we onder ons op het Barkhorplein dat dat een grote verzamelplaats is voor iedereen: handelaars in van alles en nog wat, kopers voor van alles en nog wat, pelgrims alleen en in groepen, monniken alleen en in groepen en … toeristen, maar die vallen niet zo erg op omdat dat eigenlijk alleen maar Chinezen zijn en die lijken in onze westerse ogen erg op gewone Tibetanen.

Als we de andere kant op kijken zien we in de verte het beroemde Potala-paleis.


Na het eten gaan we vermoeid door de ijle lucht (?) vroeg slapen. De volgende morgen blijkt dat het 's nachts flink geregend heeft, overal grote plassen op straat en de bergreuzen rondom Lhasa zijn ineens helemaal bedekt met verse sneeuw. Onverwacht maar prachtig! Lang niet iedereen van ons reisgezelschap heeft de nacht goed doorstaan en daarom wordt besloten vandaag geen excursies te maken. Die hoogteziekte is echt iets wat we niet moeten onderschatten! Het wordt dus een dag waarop iedereen vrij is om z'n eigen gangetje te gaan. De excursies komen morgen wel.

Wij maken vandaag onze eigen excursie. Hoewel het Potalapaleis niet ver van het hotel is en wij er best naar toe zouden kunnen lopen prefereren we voor het gemak een taxiritje.


De taxi brengt ons binnen twee minuten naar het paleis, maar om de ingang daarvan te bereiken moeten we de helse trappen daarnaartoe zien te beklimmen. De hoofdingang is 'ergens' boven. Het is echt niet te geloven: na 10 (tien!) treden moeten we telkens een paar minuten uithijgen! En we hijgen wat af, want het Potalapaleis bestaat uit honderden kleine kamertjes die alleen maar via trappen en trappetjes te bereiken zijn.


Vooral aan de buitenkant van het paleis zijn mooie en interessante dingen te zien: grote gouden gebedsmolens, gouden beeldjes, prachtige, veelkleurige muurschilderingen en raamomlijstingen, en niet te vergeten de beelden met een bepaalde betekenis die zijn 'aangelijnd' met klokjes en belletjes die rinkelen in de wind en de gebeden die het beeld verbeelden met de wind meevoeren.




Dit gouden teken met 'het wiel van Dharma' tussen twee herten symboliseert de historische preek van Boeddha in een hertenkamp.
Het laat met de acht spaken aan de gelovigen de voorwaarden zien waaronder de weg naar het Nirwana moet worden afgelegd.
Elke spaak vertegenwoordigt een eis waaraan de gelovige moet voldoen om vrij van zonden en daarmee tot de verlossing te komen.


Waar je ook kijkt zie je doeken met 'de oneindige knoop'.
(De nimmer eindigende knoop is een symbool voor de harmonie, de liefde en de immer doorlopende tijd.)

Helaas leeft het niet! Het paleis is nu een museum. Er wonen nu gewone (Chinese) gezinnen en de monniken zijn nepmonniken (waarschijnlijk Chinezen) die de boel moeten bewaken. Dat ze nep zijn blijkt uit het feit dat ze vandaag op de verjaardag van Boeddha niet deelnemen aan zijn verjaardagsfeest dat op het Barkhorplein door duizenden Tibetanen wordt gevierd en ook doordat ze niet meelopen met honderden Tibetanen die beneden aan het paleis al mediterend en aan de gebedsmolentjes draaiend de Potala-kora lopen.
(De Kora is een vastgestelde ommegang met de klok mee om een paleis of een klooster die meerdere keren al biddend wordt gelopen door pelgrims en monniken.)



Waar eerst de Dalai Lama woonde, wonen nu gewone (?) Chinezen en Chineesjes.

De nieuwe (Chinese) bewoners maken nog steeds gebruik van de 'WC' (zonder water!) ...
en laten de boel 60 meter naar beneden tegen de muur van het paleis ploffen en spetteren.

Na het paleis hebben we even geen puf meer om naar de markt op het Barkhorplein te gaan. 'Kalm aan doen' is het motto voor vandaag en daarom gaan we even op bed liggen.

Een paar uur later gaan we het plein op met de ontelbare marktkraampjes en schuifelen we naar het Jokhangklooster. De markt bewaren we voor later. Het klooster is gesticht in 647 door koning Songtsen Gampo en staat thans op de Werelderfgoedlijst van UNESCO. In het klooster gebeurt van alles: hier leeft het wel degelijk!


Verstikkende wierook, hardlopende pelgrims, veel hardlopende gebedsmolentjes draaiende pelgrims, prostrerende pelgrims, veel te grote gebedsmolens draaiend houdende pelgrims, de Jokhang-kora met de klok mee lopende pelgrims, leerlingmonniken, gewone monniken, bedelmonniken, massa's vetkaarsen, wierookstaafjes, kortom er valt enorm veel te zien, te beleven, maar vooral te horen en te ruiken!


Boven op het klooster beginnen twee monniken de gelovigen op te toeteren tot het gebed met de dunchens, de minstens twee meter lange hoorns. Het is een fascinerend, lang aanhoudend, misthoorn-achtig geluid. Met hetzelfde doel maken twee monnikmuzikanten (?) met hun gyalings een uiterst langgerekt, eentonig, hobo-achtig, doordringend gebedssignaal. Het is geen muziek, maar het boeit wel. Het geluid draagt ver en het lijkt af en toe of we een echo horen.


OEHOEHOEOEHOEHOEHOEHOEHOEHpfft                                                     ÈÈÈHÈÈÈHÈÈÈHÈÈÈHÈÈÈHÈÈÈHpfffft

Natuurlijk bekijken we ook het heiligdom met de onmetelijk grote, gouden Boeddha.


Het hele klooster leeft in duisternis, maar buiten en boven op de transen van het gebouw schittert het licht in enorme gouden overwinningstekens.

De gouden daken van het Jokhangklooster.



Uitzicht vanaf het klooster met op de voorgrond rechts, ondersteund door twee 'geknielde' hertachtigen het gouden 'wiel van Dharma'.

Boven op het klooster overzien we de hele stad: het Barkhorplein met de grote markt, de prostatiehoek, de pelgrims die de kora lopen, en het Potalapaleis.

Prostrerende pelgrims voor de tempel.



Monniken in de tempel(winkel) vervelen zich ook wel eens en vermaken zich met een soort Mens erger je niet!

Op het Barkhorplein gebeurt van alles!

Pelgrims op de Jokhang-kora. De meesten zijn getrouwde vrouwen.
Zij dragen een donkere wikkeljurk over een blouse met lange mouwen en een kleurig gestreept, wollen schort daaroverheen.



De schier eindeloze rij grote gebedsmolens op de Kora. De molens worden voornamelijk door mannen draaiende gehouden.

Rechts een Tibetaanse pelgrim (voetbalfan?) met strooien hoedje (uit China).
Let op de band op de hoed: MORLC DUP = WORLD CUP!?

Dan is het tijd om wat souvenirs te kopen. Het zoeken naar leuke, mooie dingen is op zichzelf al een leuke bezigheid, maar echt leuk wordt het pas als je na behoorlijk afdingen iets wat je echt wilt hebben in je tas hebt!

(De handel op het Barkhorplein wordt voornamelijk bedreven door Chinezen. Zij hebben de Tibetaanse handelaars geheel verdreven. Er is op de hele markt vrijwel geen origineel Tibetaans product te krijgen. Daarvoor moet men in andere, minder toeristische steden in Tibet zijn. De Chinezen verkopen alleen maar waardeloze, goedkope namaakrommel.)

Een Chinees poetst midden op straat boven de goot zijn tanden en pelgrims en monniken zoeken naar bruikbare religieuze spulletjes.



Pelgrims bekijken foto's die ze zojuist met een eigen Polaroidcamera hebben genomen.

Bij het avondeten blijkt dat de problemen van de hoogteziekte bij bijna iedereen verdwenen zijn en kunnen we dus de excursies voor de volgende dag plannen.


  Tibet 2000: Deel 2 -->


© Ben de Graaf Bierbrauwer

Reacties naar benilse@quicknet.nl
https://bgbpix.nl