Pas geleden las ik in de krant een artikeltje over foto's, of liever over
de geluksfactor die de fotograaf moet hebben bij het maken van een foto.
Er was ergens een prijs bedacht voor de meest 'gelukkige' foto en die
ging naar een kat met een digitaaltje om zijn nek. Het ultieme per ongeluk
fotograferen.
Ik moest bij het lezen van dit bericht ineens denken aan een foto die
ik in 1964 in Matala op Kreta heb gemaakt. Het was toen nog niet het digitale
tijdperk en je moest als je een foto genomen had maar zien wat er van
geworden was. Dat duurde in de meeste gevallen tot na de vakantie en van
nog een keer proberen was dan natuurlijk geen sprake.
Pas thuis bleek dus hoe geslaagd de foto was geworden. En dat was ook
het geval met mijn foto. Ik weet nog goed hoe ik hem genomen heb. Het
was midden op de dag en heet. Ik liep een stukje door het dorp, toen nog
zes huisjes, drie kafenions, een taverna, twee kapelletjes en een bioscoop
(!) en daalde daarna af naar het strand, want daar gebeurde altijd van
alles.
Aan zee stond een echte Griekse caféstoel, wrakhout met een rieten zitting.
Eromheen scharrelden wat kippen. Een daarvan ging bovenop de rugleuning
zitten. Foto! Vanzelfsprekend. Leuke foto.
Naast de stoel stond vlak naast de zee een met zeewater gevulde badkuip
waarin een oud geheel gekleed Kretenzisch vrouwtje vrolijk aan het poedelen
was. Foto? Nee! Dat wilde ze niet.
Iets verder op het strand probeerden vissers een zware houten vissersboot
op het strand te krijgen. Foto! Geen probleem. Die bleek thuis echter
volkomen mislukt doordat de zon in de lens scheen.
Van de boot werd een kabel gespannen naar een lier, twintig, vijfentwintig
meter hoger op het strand. Met die lier moest de boot verder het strand
op getrokken worden. De lier werd aangedreven door een zestal stoere mannen.
Bij het nemen van een foto (geen bezwaar) concentreerde ik me voornamelijk
op de rondgaande zwoegende mannen met hun duidelijke schaduwen. Voor alle
zekerheid nam ik nog een foto en toen ik er nog een wilde nemen brak de
kabel. Grote paniek want er vielen gewonden bij: de boot kantelde en viel
op een voet van een visser en de kabel sprong met zo'n vaart tegen het
been van een draaier dat daar bloed uit vloeide. Iedere rechtgeaarde fotograaf
zou onmiddellijk zijn filmpjes hebben volgeschoten om er een reportage
van te maken. Dat heb ik niet gedaan. Ik legde mijn camera weg en ben
de mensen die het nodig hadden gaan helpen.
Na de vakantie weer thuis was ik toch wel weer erg benieuwd wat er van
mijn foto's was terechtgekomen. De 'Matalafoto' gaf precies weer wat ik
had gezien, maar niet wat ik had willen fotograferen. Er stond veel te
veel op: de stoelkip, het badouwetje, de duwers, de draaiers.
Nu, veel jaren later, denk ik dat ik met die foto enorm geluk heb gehad.
De foto roept bij mij precies op hoe Griekenland vijftig jaar geleden
was. Prachtig!
Als je er nu bent moet je wanhopig zoeken naar iets van dat oude Griekenland.
Vissersbootjes zijn er minder en minder, de lier staat er al lang niet
meer. Strandstoelen en zonneschermen zijn ervoor in de plaats gekomen.
De vislucht en die van het zweet van de vissers heeft plaats gemaakt voor
die van zonnebrandolie. Kippen kom je in Matala al helemaal niet meer
tegen, behalve geroosterde. En de oudere vrouwtjes hebben geen tijd meer
om in een badkuip te gaan zitten. Zij moeten zorgen voor de stromen toeristen
die het hele jaar door alleen maar voor de zon en de zee naar Matala gaan.
De bedden, het eten, het drinken ...
Die ouderen denken nog vaak - met gemengde gevoelens, dat wel - aan die
goeie oude tijd terug, vooral als ze foto's van vroeger zien.
|